Rente op onzakelijke lening volgens vuistregel vaststellen
De kennisgroep deelnemingsvrijstelling van de belastingdienst heeft een antwoord op de vraag geformuleerd of nagekomen rente in aanmerking moet worden genomen bij het bepalen van de fiscale winst op grond van de onzakelijke lening jurisprudentie. In een wat bijzondere casus had een vennootschap aan een deelneming in 2011 een onzakelijke lening verstrekt. De lening was verstrekt tegen een rente van 5% per jaar, welke rente ook nog eens werd schuldig gebleven. De rente was aan het eind van elk jaar verschuldigd.
De rente op een onzakelijke lening diende in 2011 fiscaal te worden vastgesteld op de 'vuistregel' rente op basis van een arrest uit 2011 en bedraagt 3% per jaar. De vraag in dat arrest is overigens wanneer er sprake is van een geldlening wanneer sprake is van een kapitaalstorting. In principe is daarbij de civielrechtelijk vorm beslissend tenzij er sprake is van een zogenoemde ‘schijnlening’, een ‘deelnemerschapslening of een ‘bodemlozeputlening’.
Afgewaardeerd
Vervolgens wordt in 2018 de onzakelijke lening afgewaardeerd naar nihil. Een verlies op een onzakelijke lening mag volgens diezelfde jurisprudentie overigens niet in mindering worden gebracht op de winst van de vennootschap.
In 2013 doet op basis van een in 2013 gewezen arrest de WEV (waarde economisch verkeer) rente haar intrede. In 2018 en de daaropvolgende jaren bedraagt de WEV rente 1% per jaar.
In 2022 maakt de deelneming winst en vergoed alsnog de achterstallige rente.
Vuistregelrente
Door de belastingplichtige is in de jaren 2018 tot en met 2021 de WEV-rente (1%) in aanmerking genomen bij het bepalen van de fiscale winst. De belastingplichtige ontvangt in het jaar 2022 alsnog de vuistregelrente. Deze rente – minus de eerder in aanmerking genomen WEV-rente ¬¬– moet op grond van de onzakelijke lening jurisprudentie in aanmerking genomen worden bij het vaststellen van de winst van belastingplichtige.
In lijn met jurisprudentie over de onzakelijke lening en om te komen tot een juiste vaststelling van de belastbare totale winst dient bij de bepaling van de winst bij zowel de crediteur als bij de debiteur deze vuistregelrente (alsnog) in aanmerking te worden genomen.
Wilt u meer weten over de vuistregelrente? Bel ons voor het maken van een afspraak.