Fusievrijstelling afhankelijk van noodzaak op zakelijke gronden

  
Als er registergoed is betrokken bij de fusie tussen twee stichtingen, gaat ook dat registergoed over op de nieuwe entiteit. Als de betrokken besturen een succesvol beroep willen doen op de fusievrijstelling, moeten zij aantonen dat het beroep hoofdzakelijk is gedaan op grond van zakelijke overwegingen.

Geen absoluut criterium

De belastinginspectie zal niet zonder meer meegaan in het beroep op fusievrijstelling. Uit een uitspraak van het gerechtshof blijkt dat het criterium hoofdzakelijk op grond van zakelijke overwegingen geen absoluut criterium is maar een weging is van alle overwegingen. Een van de argumenten van de fiscus om geen vrijstelling te verlenen is bijvoorbeeld dat de fusie niet noodzakelijk was en dat de stichting ook voor een minder fiscaal gunstige regeling had kunnen kiezen. De fiscus vraagt zich daarbij dan af of in deze niet op onzakelijke gronden is gekozen voor vrijstelling? Het gerechtshof vindt echter dat het kiezen voor een fiscaal gunstige regeling niet perse onzakelijk is.

Feitelijke discussie

Er is ook plaats voor een feitelijke discussie, namelijk of rentevoordelen en andere voorkomende kostenvoordelen ook zijn meegewogen. De inspectie is daar heel kritisch op, maar als er een goede onderbouwing is, hebben de fuserende partijen ook hier het gerechtshof aan hun zijde.

De conclusie is dan ook dat wanneer de kostenbesparingen de genoten vrijstelling aan overdrachtsbelasting in ruime mate overschrijden, de fusie hoofdzakelijk is geschiedt op zakelijke gronden. Ons advies aan partijen is om vooroverleg met de fiscus te plegen zodat een rechtsgang niet nodig is.

Wilt u meer weten over fusie en fusievrijstelling? Bel ons voor het maken van een afspraak.